In
de eerste twee opdrachten ging het vooral over de theorieën die
filosofen ontwikkelden hoe de de wereld en de mens in elkaar stak en
wat dat inhield voor het leven dat je moest leiden. Tegelijkertijd
werd al aangestipt dat filosoferen als activiteit meer te maken heeft
met redeneren en argumenteren dan met het construeren van een
wereldbeeld.
De
techniek die de filosoof hanteert is in wezen hetzelfde, of de vraag
nu belangwekkend is of dat het een beuzelarij betreft. In deze
derde opdracht gaat het over die techniek.
Redeneren
is een van de vaste bezigheden van een filosoof. Van
vooronderstellingen (premissen) kom je tot conclusies.
Dat heet deductief redeneren. Maar is er ook inductief redeneren. In deze opdracht leer je hierover meer.
Soms kun je op basis van de feiten toch ook een geheel verkeerde conclusie trekken. Wat vind je van de volgende (inductieve) redenering?
Op maandag werd ik dronken van whisky-soda, op dinsdag van gin-soda. Woensdag ging het mis met wodka-soda en donderdag werd ik opnieuw dronken, nu van rum-soda. Het is nu wel duidelijk voor mij: ik moet in het vervolg van sodawater afblijven.
Meer weten? Log in om met deze opdracht te beginnen of meld uw school aan.
Online onderwijs voor kinderen op de basisschool met talent voor leren.
Dit is een van de opdrachten die door De Digitale Topschool zelf zijn bedacht.